Onze thee komt uit Sri Lanka. Een land waar de grootste bron van inkomen de export van thee is. Tot 1972 heette Sri Lanka Ceylon, daar komt ook de naam ‘Ceylon thee’ vandaan. Thee uit Sri Lanka dus.
Soms wel zes dagen per week trekken de theepluksters in Sri Lanka door de plantages om thee te plukken. Dit is een precies klusje, vandaar dat het nog altijd niet gemachineerd is.
Na zo’n drie uur plukken zit een mand vol met vijftien tot twintig kilo thee. Voor een hele dag plukken ontvangen de vrouwen twee tot drie euro.
Fairtrade theeplantages
De vrouwen die werken op de theeplantages verdienen absurd weinig. Gelukkig zijn er ook Fairtrade plantages, vrouwen en hun gezin die hier terecht komen hebben het iets beter.
De Norwood Estate is een mooi voorbeeld: ze hebben hier een eigen school waar kinderen gratis onderwijs kunnen volgen. De werknemers krijgen gratis onderdak en gezinnen kunnen bij elkaar wonen.
Sinds Norwood Fairtrade gecertificeerd is ontvangen alle werknemers een premie speciaal op de thee die op de Fairtrade markt wordt verkocht. Deze premie wordt gebruikt voor onderwijs en ook krijgen een aantal jongeren een beurs om van te studeren.
Geen sprookje
Het is mooi dat er zeven Fairtrade-gecertificeerde theeplantages zijn op Sri Lanka. Maar dit zijn er maar enkele van de vele plantages die het land nog meer heeft.
De vrouwen op Norwood staan iedere morgen om vijf uur in het veld om voor enkele euro’s de hele dag te plukken en dit onder redelijk goede omstandigheden. Laat staan hoe vrouwen op andere plantages het hebben.
Waar of niet waar?
Wat denken jullie, zijn alle feiten hierboven waar? Heette Sri Lanka inderdaad Ceylon, werken vrouwen voor maar twee tot drie euro per dag, zouden ze echt onderdak krijgen op de Norwood plantage en werken er eigenlijk alleen maar vrouwen in de velden?