Er was eens… een groothandelaar uit New York: Thomas Sullivan. Deze handelaar stuurde zijn klanten proefmonsters van theesoorten toe, hiervoor gebruikte hij aanvankelijk tinnen blikjes.
Wanneer de prijs van deze blikjes stegen ging hij op zoek naar een alternatief om zijn monsters in te versturen. Hij vond kleine zijden zakjes en zond dit naar zijn klanten.

Deze klanten hadden blijkbaar geen idee dat ze de thee, net als bij de blikjes, uit het zakje moesten halen en in een theefilter in het water moesten laten trekken. Zodoende hingen ze de zijden zakjes zo in het hete water wat hartstikke goed bleek te werken! En dat was de uitvinding van het theezakje.

De uitvinding van het theezakje

Toen kwam de Duitser Adolf Rambold. Hij ontwikkelde het theezakje verder door in 1929 tot het dubbelgevouwen zakje van dun papier zoals we deze nu kennen. Bovenin ging een nietje met een touwtje waarmee je de thee makkelijk uit je mok kunt halen.

Anno 2016

Kun je je voorstellen dat het theezakje zoals dat is gemaakt in 1929 al bijna honderd jaar mee gaat? Het is nog altijd de meest gebruikte manier om thee te zetten.

Natuurlijk hebben er wel ontwikkelingen plaats gevonden: zo heb je nu theefilters waar je losse thee in kunt doen én goed zijn voor het milieu. Deze verkopen wij ook en vind je hier.

Of natuurlijk de handige theepotten waar je meer thee in kunt laten trekken voor meerdere koppen. Lekker handig. Onze theepot vind je hier.

Dan heb je nog theelepels, thee-eieren of theeglazen inclusief filter.

Welke infuser gebruik jij voor het trekken van thee?